Ondersteuning taalkansen in de buitenschoolse kinderopvang (BKO)

Ook in de buitenschoolse kinderopvang (BKO) liggen veel taalkansen Nederlands. Daarom bieden we organisatoren en begeleiders ondersteuning op het vlak van taalstimulering.

Kinderopvang Spinibo Asse_copyright David Legrève

Waarom taalkansen in de BKO?

Speelse taalkansen in de vrije tijd zijn een noodzakelijke aanvulling op de leerkansen die kinderen krijgen op school. Het BOA-decreet spreekt een aantal verwachtingen uit in functie van taalstimulering Nederlands. Vzw 'de Rand' biedt buitenschoolse kinderopvanginitiatieven (BKO) in de Vlaamse Rand de kans om hierop in te zetten. We komen naar je toe en ondersteunen je op de werkvloer. Samen geven we kinderen de (taal)kansen die ze verdienen.

Kinderopvang Spinibo Asse_copyright David Legrève

Welke thema's kunnen aan bod komen?

  • Hoe talig begeleiden en kwaliteitsvolle interactie uitlokken als begeleider (zelfs als je als begeleider nog niet heel goed Nederlands spreekt)?
  • Wat is een taalrijke omgeving (setting)?
  • Hoe veranker je aandacht voor talendiversiteit en taalstimulering Nederlands in je organisatie?
  • Welke materialen helpen om aan taalstimulering Nederlands te doen en waar vind je ze?
Kinderopvang Spinibo Asse_copyright David Legrève

Welke ondersteuning bieden we?

  • Een workshop over talig begeleiden en een taalrijke omgeving:
    • De workshop duurt een dagdeel (3u).
    • Het doelpubliek zijn begeleiders, pedagogische coaches, BKO/BOA-verantwoordelijken, het lokaal bestuur en partners.
  • Een traject over talig begeleiden en een taalrijke omgeving:
    • Een traject bestaat uit een 5-tal dagdelen (3u) ter plaatse en loopt over meerdere maanden.
    • Het doelpubliek zijn begeleiders, pedagogische coaches en BKO-verantwoordelijken.
  • We werken voor zowel workshops als trajecten samen met Speelmakers.
Kinderopvang Spinibo Asse_copyright David Legrève

Welk engagement ga je aan?

Bij een eenmalige workshop engageert de aanvrager zich om:

  • een intakegesprek te voeren met de vormgever.
  • minimum 12 deelnemers te vinden.

Bij een traject engageert de aanvrager zich om:

  • een intakegesprek te voeren met de vormgever.
  • zo veel mogelijk teamleden te laten deelnemen en draagvlak te creëren.
  • een medewerker de tijd te geven om het traject mee vorm te geven.
  • een evaluatiegesprek te voeren.